Afkitten
Fase 1
Vooraleer u start moet de ondergrond geheel droog, vet- en stofvrij. Wilt u de kitnaad later overschilderen, kijk op de verpakking of dit mogelijk is. Plak voor het verkrijgen van een strakke naad aan beide zeiden van de voeg 2 stroken plakband. Houd hierbij 6mm tussenruimte aan.
Fase 2
Snijd met een cuttermes het topje van de kitkoker af.
Fase 3
Snijd een deel van de spuitmond schuin af zodat de opening even groot is als de gewenste voegbreedte.
Fase 4
Plaats de koker in de kitspuit. Spuit in een gelijkmatige beweging een ril kit tussen de stroken plakband. Let op: spuit niet teveel.
Fase 5
Maak uw vinger nat met water en zeep. Strijk de kitril glad. Zorg ervoor dat u vinger steeds proper is.
Fase 6
Wacht tot zich op de kit een iets steviger oppervlakte gevormd heeft. Verwijder voorzichtig de plakband en strijk de kitranden nogmaals zachtjes met een natte vinger glad.
Aanleggen beton vloer
Fase 1
Met behulp van een cirkelzaag zaagt u de vloerdelen door en verwijder ze.
Controleer de vloerbalken en vervang aangetaste delen (zie klusbeschrijving: Vloerbalken repareren)
Fase 2
Leg de stalen platen haaks op de vloerbalken.
Zet ze om de 50 cm in de balken vast met een spijker door de onderflens van het profiel.
Aan de korte zijde moeten de platen een overlap hebben van 5-10 cm. Aan de lange zijde is een overlap van 2 cm. voldoende.
Fase 3
De dikte van de betonlaag moet overal 3 cm. zijn;
Verdeel daarom de vloer in een aantal stroken door de houten regels (30x18 mm) over de platen te leggen.
Zorg dat de afstand tussen deze regels kleiner is dan de breedte van uw afreilat.
Fase 4
Maak het beton aan en stort het telkens tussen de regels.
Prik het gestorte beton na met een lange schroevendraaier, zodat het goed in het profiel zakt en eventuele luchtbellen kunnen zo ontsnappen.
Maak het beton effen door de afreilat in een zigzagbeweging over de latten naar u toe te trekken. Breng wat extra beton aan indien nodig.
Fase 5
Trek de regel voorzichtig uit het beton en vul de kier op.
Schuur de vloer met vloeiende, draaiende bewegingen dicht, je kan hiervoor een schuurplank gebruiken.
Maak de vloer zo effen mogelijk met behulp van een metalen spaan.
Fase 6
Besprenkel de vloer met een natte borstel.
De eerste 3 dagen niet lopen op de nieuwe vloer en pas op de 4e dag betegelen.
Antislip middelen
Fase 1
Op een houten trap gebruikt u best zelfklevende antislip strips.
Ontvet eerst de treden, zo houden de strips veel langer.
Zet op de elke trede een maatstreepje op 3 cm vanaf de rand.
Meet de breedte van de treden, ter hoogte van deze 3 cm lijn.
Knip de antislip strip op maat en plak hem vast met behulp van de zelfklevende strook.
Fase 2
Trappen met tredematten:
Zorg er zeker voor dat de matten mooi in het midden komen te liggen. Meet de breedte van traptrede en die van de mat op. Trek beide maten van elkaar af en deel het zo verkregen getal door 2. Dat is de afstand tussen het uiteinde van de mat en het uiteinde van de traptrede.
Geef dit met een potloodstreepje aan.
Indien de treden van de trap van elkaar verschillen moet u deze berekening voor iedere trede maken.
Ontvet de treden, verwijder het beschermpapier aan de achterzijde van de matten en plak ze, tegen het markeerstreepje, op de treden vast.
Fase 3
Aluminium traptrede matten schroeft u op de treden vast.
Fase 4
In de badkamer kan u kiezen voor antislip vloertegels.
Als u uw badkamer opnieuw gaat vloeren: breng dan in ieder geval op strategische plekken speciale antisliptegels aan. Verwijder resten tegellijm en voegmiddel direct, want door het ruwere oppervlak is dat bij deze tegels later moeilijk.
Fase 5
In het bad of de douche zelf gebruikt u rubberen antislipmatten.
Maak de badkuip of douchebak vetvrij en droog.
Druk de mat met de zuignappen stevig aan en kijk na of hij goed vast zit.
Fase 6
Antislip stickers
Met antislip stickers maakt u bestaande, gladde vloertegels of de douchebak en badkuip stroef. Voor het aanbrengen het oppervlak goed ontvetten en afdrogen
Fase 7
Tuintegels en houten planken kunnen spekglad worden door de ontwikkeling van algen. Hiervoor heb je speciale middeltjes om algengroei tegen te gaan.
Verdun het middel volgens de voorschriften op de verpakking en breng het op met een zachte bezem.
Laat het middel inwerken en verwijder de aanslag door stevig te schrobben met een harde bezem of met behulp van een hogedrukspuit.
Fase 8
Een terras van gewone (hard)houten planken op –tegels wordt bij vochtig weer snel glad. Gebruik daarom bij voorkeur steigerplanken of tegels waarbij het hout voorzien is van groeven. Dat biedt duidelijk meer houvast.
Maar zelfs deze planken worden op den duur glad. Maak ze daarom regelmatig schoon, zonodig met een groene aanslag verwijdermiddel.
Bevestigen glijstangset
Douchewand aanbrengen
Fase 1
Bepaal het middelpunt van de douchebak.
Vanaf dit punt tekent u 2 loodrechte lijnen op de tegelwand, met een waterpas.
Fase 2
Indien nodig verwijdert u het afdichtrubber uit de muurprofielen. Plaats vervolgens het middelpunt van de muurprofielen op de potloodlijn.
Teken de voorgeboorde schroefgaten af op de muur.
Fase 3
Boor de schroefgaten in de muur (steenboor, 6mm) en steek er pluggen in
Fase 4
Spuit aan de achterzijde van de muurprofielen een beetje sanitairkit en vijs de muurprofielen op hun plaats vast.
Fase 5
Breng waar nodig de afdichtrubbers weer in de profielen aan. Schroef het hoekprofiel losjes vast aan de douchewanden
Fase 6
Plaats de douchewand en (schuif)deuren in de muurprofielen en vijs het frame losjes vast.
Fase 7
Stel de douchewand en/of (schuif)deur waterpas, door deze aan de bovenzijde van het muurprofiel uit te trekken of in te duwen.
Draai alle schroeven nu strak aan.
Plaats de afsluitdoppen aan de bovenzijde van de profielen.
Fase 8
Probeer of de deur soepel loopt. Indien dit zo is kan douchecabine aan de buitenkant worden afgekit.
Laat de kit een dag drogen.
Faiencen snijden
Fase 1
RECHT AFSNIJDEN
Met een rolmaat meet u nauwkeurig de maat van het te bezetten stuk wand of vloer op. De voegbreedtes worden hier wel vanaf getrokken.
Fase 2
Met een viltstift en een winkelhaak tekent u de afmeting op de tegel nauwkeurig af .
Maak dat afgesneden kant van de tegel in de hoek komt. Dti zal ethisch mooier zijn.
Fase 3
Leg de faience of tegel in de tegelsnijder en duw het mesje enige malen over de tegel, tot dat er een kras in het glazuur ontstaat.
Zorg ervoor dat ook het glazuur aan begin en eindpunt goed ingekrast zijn.
Breek de tegel op de snijlijn door er een schroevendraaier onder te leggen en aan weerszijden van de snijlijn op de tegel te drukken.
Fase 4
Verwijder oneffenheden op het breukvlak voorzichtig met behulp van een knabbeltang of een vijl.
Fase 5
VORMEN UITSTNIJDEN
Gebruik voor het aftekenen van lastige vormen (bijvoorbeeld: wastafelrand) een profielmal.
Druk deze tegen het obstakel aan zodat de pennen de vorm zoveel mogelijk volgen en teken deze vorm op de tegel af.
Fase 6
Kras het glazuur in met behulp van een glassnijder en breek de afgetekende vorm voorzichtig af.
Werk het breukvlak zonodig bij met een vijl.
Fase 7
RONDE GATEN MAKEN
Voor het maken van een leidingdoorvoer tekent u het gat op de tegel of faience af en met een boor van 8 mm boort u een gat binnen deze cirkel.
Zaag het gat uit met behulp van een beugelzaag (met grit zaagblad) en verwijder achtergebleven randjes met een speciaal hiervoor bedoelde gatentang of een ronde vijl.
Fase 8
U kunt de doorvoer van de leiding ook uit 2 stukken maken: Snij de tegel door ter hoogte van het hart van het afgetekende gat.
Zaag in beide tegelhelften voorzichtig een halve cirkel uit, met behulp van een zaag. Vijl de snijvlakken bij en lijm beide helften om de leiding heen op de muur.
Fase 9
Gaten voor wandcontactdozen maakt u met behulp van een tegelgatenzaag.
Plaats het boortje in het hart van de cirkel en oefen lichte druk uit zodat de boor langzaam door de tegel heen gaat.
Nu de gatenzaag gefixeerd is kunt u een perfect rond gat in de tegel uitzagen.
Installeren muurventilator
Fase 1
Op de plaats waar je de ventilator wenst, tekent u het gat af op de binnenmuur. Boor gaten door de muur heen, loodrecht op de getekende lijn.
Fase 2
Hak met een kleine steenbeiteltje zowel aan de binnen- als aan de buitenkant van de muur een ondiep gat. Werk vervolgens van binnenuit naar buiten toe.
Fase 3
Kap bij een spouwmuur eerst de liggende voeg uit, over een breedte van 2 stenen. Schuif een stukje hardboard door de spleet in de spouw, om het gruis op te vangen. Haal na afloop het puin en gruis via het gat weg en maak de voeg weer dicht. Zo voorkomt u vervuiling van de spouw waardoor vochtproblemen kunnen ontstaan.
Fase 4
Zaag met een ijzerzaag een stuk PVC pijp op maat en schuif deze door het gat. Maak de kier aan de binnenkant dicht met acrylaatkit, aan de buitenkant met PUR schuim. Schuif de ventilator in de pijp en zet hem op de muur vast (pluggen, schroeven).
Fase 5
Monteer het ventilatierooster op de buitenmuur met schroeven en pluggen. Zorg dat de lamellen dakpansgewijs naar beneden wijzen.
Fase 6
Sluit de ventilator aan op het lichtnet. Heeft de ventilator geen vochtsensor, stel dan een doorlooptijd in: de beslagen badkamerspiegel moet binnen 10 minuten weer helder zijn.
Fase 7
Met een licht vochtige doek reinigt u de ventilator . Zorg wel dat er absoluut geen water in het motorhuis loopt!
Kranen vervangen
Fase 1
Ga na of de beide koppelingen goed zitten: Dit houdt in:
- Zijn ze even diep?
- Hebben ze de juiste afstand?
- Zijn ze mooi horizontaal?
Schroef de kraan er losjes op en stel de koppelingen eventueel iets bij indien nodig.
Fase 2
Badkranen hebben een hartafstand van ongeveer 150mm. Douchekranen worden uitgevoerd in 120 of 150mm. U kunt wel een 150mm kraan monteren op een 120mm muurplaat (met behulp van de S-koppelingen), maar niet andersom.
Fase 3
Sluit de hoofdkraan van de waterleiding en eventueel de boilerkraan. Zet alle kranen in badkamer en hoger gelegen vertrekken open, dit tot er nergens meer water meer uit stroomt.
Fase 4
De oude kraan mag u vervolgens losmaken en verwijder de rozetten en S-koppelingen.
Fase 5
Plaats de nieuwe S-koppelingen, wind eerst loctite om de koppeling en draai de S-koppelingen in de waterleiding, maar let op: niet te vast. Controleer of de koppelingen goed zitten voor de nieuwe kraan door hem er losjes op te schroeven en de koppelingen eventueel iets bij te stellen.
Fase 6
Ga na of de beide koppelingen goed zitten: Dit houdt in:
- Zijn ze even diep?
- Hebben ze de juiste afstand?
- Zijn ze mooi horizontaal?
Verwijder de kraan en plaats de rozetten. Wind loctite met de klok mee om de vrije uiteinden van de S-koppelingen.
Fase 7
Kijk na of de filtjes en pakkingen van de kraan nog op hun plaats zitten en schroef de kraan met de hand op de S-koppelingen.
Fase 8
Gebruik een bahco-sleutel en een doekje tussen de sleutel en de kraan om de kraan goed vast te draaien. Sluit alle geopende kranen. Open de hoofdkraan en controleer op lekkage.
Fase 9
Kijk meteen even naar de douchekop. Een waterbesparende douchekop biedt hetzelfde douchecomfort maar bespaart jaarlijks per persoon 3000-6000 liter warm water! Goed voor uw eigen portemonnee en voor het milieu.
Leidingen verbergen
Fase 1
Meet hoe ver de leidingen uitsteken op de muur en reken hierbij de dikte van het plaatmateriaal en nog eens 2 cm extra: zo bepaalt u de breedte van de koker.
Zaag een strook plaatmateriaal af van deze breedte en teken hierop de uitsparing voor de buizen ruim af. Zaag de uitsparing uit.
Fase 2
Meet de hoogte voor het zijpaneel. Deze hoogte is gelijk aan de hoogte waarop de horizontale buizen lopen plus 2 cm extra. Zaag het zijpaneel op maat en schroef de strook met de uitsparing hierop van bovenaf vast. Boor eerst voor om splijten te voorkomen. Zet een streep op de muur langs de bovenkant van de zo ontstane koker.
Fase 3
Haal de koker weg en teken heel precies de dikte van het plaatmateriaal af onder de eerder getrokken streep. Doe dit op verschillende plaatsen, met ± 25 cm tussenruimte. Lijm met contactlijm op de afgetekende plekken een aantal klosjes op de muur.
Fase 4
Breng op dezelfde manier klosjes aan op de vloer. U kunt met de koker op de klosjes lijmen of schroeven, maar dat is niet per se nodig. Breng sanitairkit aan op de randen van de koker en zet hem op zijn plaats. Druk het geheel enkele seconden aan.
Fase 5
Behandel sterk absorberend materiaal eerst met een primer. Snij de tegels die je nodig hebt op maat. (Houdt rekening met een voeg boven, onder en tussen de tegels)
Breng tegellijm aan op de koker.
Fase 6
Begin met het tegelen vanuit de hoek van de koker. De tegels moeten aan de bovenkant een voegbreedte onder de bovenrand komen. Sla de tegels zachtjes aan met de hand of een rubber hamer.
Fase 7
De tegels bovenop steken over de zijkanten heen. Pas als de lijm is uitgehard kunt u gaan voegen. Smeer het voegmiddel in de voegen met een groot plamuurmes. Als de voegen iets opgedroogd zijn, wast u de voegen met een schuursponsje. Doe dit zo verder tot er praktisch geen sluier meer op de tegels te zien is.
Fase 8
De laatse sluier van het voegmiddel poetst u met een droge doek weg. Bij een wastafel worden ook de verticale leidingen onzichtbaar als u een zuil plaatst.
Metalen verbindingsstukken
Meubelhoeken
Dit zijn de meest gekende hoekijzers, verkrijgbaar in verschillende maten. Hiermee maakt u haakse verbindingen tussen plaatmateriaal of latten. Ze zijn bedoeld voor verbindingen die niet zwaar belast worden. Meubelhoeken soms worden ook wel ‘versterkingshoeken’ genoemd.
Drempelhoek
De drempelhoek is een heel sterke variant van de meubelhoek.
Hoekanker
Dit is een veel bredere en sterkere uitvoering van de meubelhoek, deze zijn bedoeld voor zwaardere constructies.
Spijkerplaat
Hiermee kunt u bredere en dikkere houten onderdelen (latten, balken) in één vlak met elkaar verbinden. U zet de spijkerplaat op het hout vast met een flink aantal spijkers. Schroeven kan natuurlijk ook
Koppelplaat
Hiermee kunt u 2 balken in de lengterichting met elkaar verbinden. U brengt aan weerszijden van de las een koppelplaat aan, met schroeven of spijkers. Deze verbinding is echter niet voldoende voor zware, verticale, belasting. U kunt hem dan ook alleen voor vloerbalken gebruiken als de verbinding ook nog eens ondersteund word.
Balkdrager
Dit is een metalen bakje dat met de achterkant op de muur geschroefd wordt Hiermee kunt u een balk loodrecht op een muur bevestigen. .Leg de balk in het bakje en schroeft hem daaraan vast. Eventueel optrekkend vocht kan de kop van de balk niet aantasten doordat de balk niet direct in aanraking komt met de muur. Balkdragers zijn verkrijgbaar in verschillende maten, voor verschillende balkdiktes.
Raveeldrager
Raveeldragers zijn speciaal bedoeld voor het aanbrengen van dwarsbalken tussen 2 balken. Als u bv. een opening in het plafond moet maken voor een zoldertrap of lichtkoepel.
Deze zijn verkrijgbaar in verschillende maten. In tegenstelling tot de balkdragers zijn ze aan de achterkant wel open. Dat maakt raveeldragers minder geschikt voor bevestiging van een dwarsbalk aan een stenen muur: optrekkend vocht kan dan immers wel de balk binnendringen.
Regeldrager
Een regeldrager is een wat kleinere uitvoering van de raveeldrager en is bedoeld voor smallere dwarslatten.
Ontstoppen afvoer
Fase 1
Plak eerst en vooral het overloopgat van de was- of spoelbak dicht met tape.
Fase 2
Vul de wasbak met een beetje water. Plaats de zuignap van de ontstopper over de afvoer. Haal de stok een paar keer krachtig op en neer, zonder de zuignap los te rukken. Is het probleem nog niet verholpen, maak dan de sifonbeker of de zwanenhals proper.
Fase 3
Zet een emmer onder de sifon en draai hem los. Giet de beker leeg in de emmer en maak beker en afvoerpijp goed schoon. Draai de beker weer vast (met de hand, niet te vast aandraaien). Controleer of er geen lekken zijn.
Fase 4
Draai beide moeren van de zwanenhals los met een waterpomptang. Giet de zwanenhals leeg en maak hem proper. Schroef de zwanenhals weer vast met de hand, best niet te vast aandraaien. Controleer of er geen lekken zijn.
Fase 5
Steek een stok door de bocht van de zwanenhals en hou deze met uw linkerhand vast terwijl u de moeren losdraait. Zo voorkomt u dat de afvoerleiding verbuigt.
Fase 6
Als het water nog steeds niet kan weglopen, moet u de afvoerpijp ontstoppen. Verwijder sifonbeker of zwanenhals. Draai de veerontstopper zo ver als u kan in de afvoerpijp. Trek de veer er weer uit. Plaats de sifon of zwanenhals terug en controleer op lekken.
Aanleggen afvoer
Fase 1
Voorbereiding:
Bepaal eerst welke doorsnede de afvoer moet hebben: toilet; 110mm, hemelwaterafvoer; 70mm, alle overige toepassingen; 40mm. Bedenk dat het hele afvoersysteem van uw huis belucht moet worden. Anders ontstaat er een vacuüm als het water wegloopt, waardoor ook de stankafsluiters van de sifons leeg getrokken worden, wat zorgt voor mindere leuke geuren.
Fase 2
Bevestig de Sifon.
Fase 3
Meet de benodigde stukken afvoerbuis op, klik voor informatie op meten van lengte en breedte. Zaag ze op maat met een ijzerzaag, zie hiervoor zagen. Let op dat de horizontale delen van de afvoer voldoende aflopen: 1cm per meter (&lsquoafschot&rsquo). Controleer dit met de waterpas, klik op meten van loodrecht en waterpas.
Fase 4
Een 110mm buis kunt u beter met een handzaag doorzagen. Een rechte lijn tekenen op een ronde buis is lastig. Als u er een schilderstape om de pijp draait, heeft u altijd een rechte lijn.
Fase 5
Verbind twee lengtes pijp met een mof, bocht, T- of Y-stuk. De pijp valt daar nog 2cm in, hou hier rekening mee. Schuif alle onderdelen in elkaar en controleer of ze goed passen.
Fase 6
Op de onderdelen die ten opzichte van elkaar kunnen draaien, zet u met een watervaste stift markeringen. Dan weet u zeker dat u ze op de juiste manier aan elkaar zet, bij het lijmen. Daar u werkt met water, zeker watervast stiften gebruiken.
Fase 7
Schuur de uiteinden van de buis en de binnenkanten van moffen en bochten. Smeer ze in met hard PVC lijm en schuif ze in elkaar. Houd de gelijmde delen enkele seconden geheel stil.
Fase 8
Schuif de bevestigingsmoer van de sifon over de afvoer. Schroef de sifon aan de wastafel vast.
Fase 9
Schuif bij een toilet eerst een rioolbuismof over de PVC afvoerpijp. Zet de toiletpot daar overheen. Deze mof zorgt voor extra stankafsluiting, naast het ‘waterslot’ van de toiletpot.
Fase 10
Ook de sanitairkit op de onderrand van de toiletpot voorkomt het vrijkomen van luchtjes.
Fase 11
Lijm een PVC zwanenhals in de afvoerpijp voor de wasmachine. Deze werkt als ‘waterslot’ en houdt rioollucht tegen.
Fase 12
Zet de afvoerbuizen aan de muur vast door gebruik te maken van beugels. Zorg ervoor dat de horizontaal lopende stukken niet doorbuigen. Plaats daarom bij een 40mm pijp om de 80cm een beugel, en bij een 110mm buis om de 1.25 meter.
Aansluiting afvoer op bestaande riolering
Fase 1
Maak de gresbuis eerst en vooral schoon.
Teken met een stift het gat af waar nieuwe pvc-buis komt.
Fase 2
Boor op de afgetekende lijn een reeks gaatjes, zoveel mogelijk aaneengesloten (steenboor, 5 mm).
Geen kracht zetten, laat de boor het werk doen!
Fase 3
Tik voorzichtig het uitgeboorde deel met een hamer los.
Werk de randen van de opening zonodig bij met een vijl.
Fase 4
Schuif de pvc-buis 1-2 cm diep in de gresbuis. Niet dieper, anders ontstaat gevaar voor verstopping.
Fixeer de pvc-buis zodat hij niet kan verschuiven.
Fase 5
Maak snelcement aan.
Bouw hiermee , rondom de pvc-buis, een kegeltje op de gresbuis
Laat het geheel een uurtje rusten voordat u de nieuwe afvoer gebruikt.
Fase 6
AANSLUITING OP EEN PVC-RIOOLBUIS
Mogelijkheid 1: Y-stuk
Deze methode is de beste maar kan alleen gebruikt worden als de bestaande rioolbuis in de lengterichting enige speling heeft.
Fase 7
Teken het deel van de rioolbuis af dat u er tussenuit moet halen.
Controleer of deze maat klopt door het Y-stuk ernaast te houden.
Fase 8
Zaag de rioolbuis op beide lijnen zo recht mogelijk door, met behulp van een ijzerzaag.
Schuur de zaagsnedes glad en ruw de openingen van het Y-stuk op met schuurpapier.
Breng hard pvc-lijm aan op de geschuurde delen van rioolbuis en Y-stuk.
Fase 9
Duw de rioolbuis iets naar achteren.
Schuif het Y-stuk over een uiteinde van de rioolbuis en duw het andere uiteinde van de buis in het Y-stuk.
Fase 10
Mogelijheid 2: T-stuk
Als u de bestaande rioolbuis niet kunt bewegenn, kunt u een nieuwe aansluiting maken door er een speciaal T-stuk bovenop te lijmen.
Fase 11
Teken met een stiftje het gat voor de nieuwe afvoerbuis op de rioolpijp af.
Maak de opening liever iets te krap dan te ruim.
Fase 12
Boor op deze lijn een reeks gaatjes, zo dicht mogelijk bij elkaar (houtboor, 5 mm).
Fase 13
Tik het uitgeboorde deel los en vijl de opening zonodig bij.
Schuur de rioolbuis rondom het gat en de binnenkant van de mof van het T-stuk.
Fase 14
Smeer rioolbuis en T-stuk in met hard pvc-lijm en pllaats het T-stuk over het gat.
Maak het vast door watervaste tape om de rioolbuis te wikkelen.
Schuur het uiteinde van de nieuwe afvoerbuis en lijm deze in het T-stuk vast.
Beschadigde faiencen
Fase 1
Beschadigde faience vervangen
Krab de voeg rondom de beschadigde faience zorgvuldig weg met een schroevendraaier.
Fase 2
Haal voorzichtig de beschadigde faience weg. Dit gaat door het tikken met een steenbeitel.
Fase 3
Steek de lijmresten op de muur weg, maak de ondergrond schoon en bevochtig hem met behulp van een plantenspuit.
Fase 4
Op de achterzijde van de faience breng je de lijm aan, met behulp van een lijmkam.
Duw de faience op de zijn plek en krab de lijm uit de voeg, met behulp van een schroevendraaier.
Controleer na enkele minuten of de tegel niet verzakt is en er rondom voldoende voegruimte is.
Fase 5
Als de lijm is uitgehard een beetje voegmiddel aanmaken.
Vul hiermee de voeg, met behulp van een voegrubber.
Fase 6
Na ongeveer 20 min kan u het overtollige voegmiddel wegvegen met behulp van een natte spons.
Strijk de voeg mooi glad.
Fase 7
Wacht tot het voegmiddel stofdroog is.
Wrijf de achtergebleven waas van de faience, met behulp van een droge doek.
Fase 8
Boorgat in voeg herstellen
Verwijder de (eventuele) plug uit het boorgat: draai een schroef in de plug (1 cm diep) en trek de schroef met plug en al uit de voeg, met behulp van een nijptang.
Zet niet teveel kracht, om te voorkomen dat u de tegel lostrekt.
Fase 9
Het loszittende gruis verwijdert u en bevochtig daarna het gat.
Maak wat voegmiddel aan en vul hiermee het gat, met behulp van een plamuurmes.
Het overtollige voegmiddel veegt u weg met een spons of doek.
Douchebak installeren
Fase 1
Teken een lijn op de muren, op de hoogte waar de douchebak moet komen. Zaag de balkjes op maat, boor er gaten in en boor deze door in de muur. . Zet de balkjes op de muur vast met spijkerpluggen met de bovenkant tegen de lijn.
Fase 2
Zet de douchebak op de juiste plaats. Draai de schroefpootjes zo dat de douchebak op de balkjes rust.
Fase 3
Teken de omtrek van de douchebak af op de vloer. Bouw binnen die lijnen muurtjes van gasbetonblokken. Controleer of de muurtjes waterpas lopen en dezelfde hoogte hebben als de muurbalkjes. Laat ter hoogte van de afvoer een ruime opening vrij voor het serviceluik.
Fase 4
Spuit met een sanitairkit op de rand van de balkjes en de muurtjes. Zi ook afkitten. Zet de douchebak voorzichtig op de juiste plaats.
Fase 5
Sluit de sifon aan en lijm de afvoer vast. Meer info op aansluiten afvoeren.
Fase 6
Timmer aan de binnenkant van het serviceluik een frame van latjes. Gebruik hierbij gipsblokkenspijkers. Schroef op 2 plaatsen een magneetsluiting. Zaag een multiplexplaatje op maat en monteer daarop de metalen plaatjes voor de magneetsluitingen. Klik het luikje op zijn plaats.
Fase 7
Betegel de ombouw. Alles hierover leest u onder faiencen plaatsen.
Fase 8
U kunt nu de aansluitingen van douchebak en tegels zorgvuldig afkitten.
Fase 9
Een waterbesparende douchekop bespaart jaarlijks per persoon 3000-6000 liter warm water en biedt u toch hetzelfde comfort.
Goed voor uw eigen portemonnee en voor het milieu.
Fase 10
Voor het ophangen van een douchegordijn kunt u een stang gebruiken die u aan de muur schroeft, of de telescopische variant die tussen twee muren in geklemd worden.
Fase 11
U kunt ook een douchewand plaatsen in alle soorten en maten. Glazen douchewanden zijn gemaakt van gehard veiligheidsglas. Een kunststoffen uitvoering is goedkoop, maar moeilijker schoon te maken.
Faiencen plaatsen
Fase 1
Vooraleer te beginnen moet u ervoor zorgen dan het te bewerken oppervlak mooi vlak en proper is. Verwijder behang en loszittende verf en vul scheuren en gaten op met vulmiddel. Bij gipsplaten zeker een soort primer gebruiken. Laat dit 24 uur drogen. Bevestig een lat met behulp van enkele stalen spijkers op de muur, op ongeveer 1 tegelhoogte vanaf de vloer. Sla de spijkers niet helemaal in de lat, zodat u ze later gemakkelijk kunt verwijderen. Zorg dat de lat waterpas loopt. Zie hiervoor ook meten van loodrecht en waterpas.
Fase 2
Meet de breedte van de wand en zet in het midden een streepje. Trek daarna een verticale lijn in het midden van de wand. Bevestig langs die lijn eventueel ook een lat op de muur.
Fase 3
faiencen lijmen:
Schep een beetje tegellijm op de lijmkam. Druk de lijmkam stevig tegen de muur en trek hem in horizontale richting, zodat er stroken lijm op de muur achterblijft.
Fase 4
Duw de eerste faience stevig in de hoek van de twee latten. Maak dat hij goed vastzit. De eerste faience is belangrijk.
Fase 5
Druk op de hoeken een voegkruisje in de lijm en hand de volgende faience aan de muur en duw hem strak tegen de voegkruisjes aan.
Breng dan de volgende aan en verwijder steeds overtollige lijmresten direct met een vochtige spons. Dit om mooi, verzorgd werk af te leveren. Verwijder de latten en bezet de rest van de muur op deze manier.
Fase 6
Is een faience te groot, kort deze dan in door voorzichtig te snijden met een tegelsnijder: Teken de afmeting op de tegel af (viltstift) en hou rekening met de voegbreedte. Leg de faience in de snijder. Duw het mesje enkele malen over de tegel, tot er een krasje in het glazuur ontstaat.
Fase 7
Op deze lijn breekt u dan de faience in 2.
Fase 8
Als u slechts enkele faiences op maat hoeft te maken, volstaat een tegelsnijtang. Trek de faiencel tussen de rubberen wieltjes door, zodat het mesje een kras in het glazuur maakt. Breek de faience met de tegeltang in 2.
Fase 9
Breek kleine hoekjes en randjes voorzichtig af met behulp van een knabbeltang. Vijl de randen zonodig bij met een vijl.
Fase 10
Voor het aftekenen van moeilijke vormen gebruikt u best een profielmal(bijvoorbeeld de ronding van een afvoer) . Druk de mal tegen het voorwerp aan en zorg dat de pennen de vorm zoveel mogelijk volgen. Teken de vorm af op de faience.
Fase 11
Teken voor een leidingdoorvoer de plaats van de leiding op de tegel af. Snij de tegel door ter hoogte van het midden van het afgetekende gat. Zaag het gat in beide tegelhelften uit met een tegelzaag. Lijm beide helften om de leiding heen op de muur.
Fase 12
Tegels voegen:
Als de lijm volledig hard geworden is (kan 24 uur duren), kunt u de faiencen voegen. U kunt kiezen uit kant-en-klaar voegmiddel of voegmiddel in poedervorm. Dit moet u aanmaken met water, lees hiervoor gebruiksaanwijzing op de verpakking. Veeg het voegmiddel met een rubberen spaan over de muur, in een diagonaal beweging. Druk het stevig in de voegen. Werk efficient en vlug, want voegmiddel droogt snel uit.
Fase 13
Verwijder resten van het voegmiddel op de faiencen voorzichtig met een natte spons. Pas wel op dat u het voegmiddel niet weer uit de voegen veegt. Laat het voegmiddel opdrogen en wrijf de waas weg die op de tegels is achtergebleven.
Fase 14
Met een voegpen kunt u een profiel in de voegen trekken. Wacht hiermee tot de voegen half uitgehard zijn. Dit is een vrije keuze.
Fase 15
Hoeken:
Bij buitenhoeken maakt het verschil of de glazuurlaag van de tegels wel of niet aan de zijkant doorloopt. Is de zijkant van de tegels niet geglazuurd, breng dan een hoekstrip aan en leg de faiencen er tegenaan.
Is de zijkant wel geglazuurd, dan kunt u de faiencen door laten lopen tot aan de rand.
Installeren boiler
Fase 1
Om te beginnen sluit u de waterleiding af. Monteer het koperen T-stuk op de bestaande watertoevoer, op circa 50 cm hoogte.
Fase 2
Sluit een stukje koperen buis (7 cm) aan op het T-stuk en op de inlaatcombinatie van de boiler.
Gebruik een van bijgeleverde fiber ringen bij de aansluiting op de inlaatcombinatie
De trechter van de inlaatcombinatie moet naar beneden wijzen.
Fase 3
Teken de plaats van het kruisstuk af op de bestaande afvoer. Dit moet lager zijn dan de trechter van de inlaatcombinatie.
Zaag een stukje uit de afvoer, van de juiste lengte. Plaats het kruisstuk en draai het vast.
Als u geen 2e spoelbak heeft, kunt u de brede inlaat van het kruisstuk afsluiten met behulp van bijgeleverde stop.
Fase 4
Zet de kunststofslang met slangenklem vast aan de smalle inlaat van het kruisstuk en de trechter van de inlaatcombinatie.
De afvoerslang moet een lus maken van minstens 5 cm. Deze dient als waterslot dat ongewenste luchtjes uit de afvoer tegenhoudt.
Fase 5
Koppel de metaal omvlochten verloopslang (1/2"-3/8") aan de inlaatcombinatie.
Sluit het andere uiteinde aan op de koudwater-inlaat van de boiler, te herkennen aan een pijl die naar de boiler toe wijst.
Breng op beide aansluitingen een fiber ring aan.
Fase 6
Koppel de 3/8" metaal omvlochten slang aan de warmwater-uitlaat van de boiler. Dit is te herkennen aan een pijl die van de boiler af wijst. Breng ook nu eerst een fiber ring aan.
Sluit het andere uiteinde aan de (linker) warmwater-poot van de mengkraan (knelkoppeling).
Fase 7
Maak met behulp van de ½" metaal omvlochten slang een rechtstreekse verbinding tussen het T-stuk van de koudwater-aanvoer en de (rechter) koudwater-poot van de mengkraan (knelkoppelingen).
Fase 8
Draai eerst de hoofdkraan en dan de stopkraan van de inlaatcombinatie terug open. U kan nu de boiler vullen door de warmwaterkraan open te draaien; zodra daar water uitkomt is de boiler gevuld.
Steek dan pas de stekker van de boiler in het stopcontact.
Kranen herstellen
Fase 1
Draai eerst en vooral de hoofdkraan van de waterleiding dicht. Haal de knop van de kraan af. Bij sommige kranen moet u hiervoor het schroefje losdraaien dat onder het gekleurde dopje zit.
Fase 2
Draai de sierhuls los en schroef het binnenwerk uit de kraan. Controleer of de pakking in het kraanhuis nog intact is.
Fase 3
Draai het moertje of schroefje los waarmee het leertje vastzit. Verwijder het leertje.
Fase 4
Verwijder kalkaanslag op de kraanonderdelen met een ontkalkingsmiddel en plaats een nieuw leertje.
Fase 5
Mocht het nodig zijn brengt u een nieuwe pakking aan in het kraanhuis. Draai het binnenwerk van de kraan helemaal open. Schroef het terug in het kraanhuis. Schroef de sierhuls vast. Druk of schroef de knop weer op de kraan.
Leidingen in kunststof
Fase 1
Alvorens te beginnen, sluit u de hoofdkraan van de waterleiding en kies dan het beste verloop van de leiding. Zaag de tyleen slangen op de juiste maat en schuur de uiteinden lichtjes op.
Fase 2
Haal de knelfitting uit elkaar en schuif de moer over de slang. Daarna de knelring en de rubberen ring.
Fase 3
Steek de slanguiteinden in de fitting en draai beide moeren met de hand vast. Trek deze na met een steeksleutel.
Fase 4
Kies de plaats voor de muurplaat. Boor daarna gaten en breng de pluggen aan. Schroef de muurplaat vast op de muur en sluit de tyleenslang met de knelkoppeling op de muurplaat aan.
Fase 5
Draai, met de klok mee, 2-3 slagen teflon om de schroefdraad van de kraan. Draai de kraan in de muurplaat. Zet de tyleenslang vast met zadels. Draai de hoofdkraan open en controleer op lekkage.
Lichtkoepels
Fase 1
Kies de plaats waar de koepel moet komen en verwijder op die plaats de plafondafwerking.
Teken de omtrek van het gat (de opstandmaat) haaks af op het dakbeschot. Boor van binnenuit op elke hoek een gat door het dak.
Fase 2
Stempel de dakbalk. Zaag het overtollige stuk eruit. Mochten beide balkuiteinden iets zakken, stel de stempels dan iets bij.
Fase 3
Zaag de opening van binnenuit uit het dak met de decoupeerzaag.
Fase 4
Zaag de raveelbalken op maat. Timmer de raveelijzers op de dakbalken. Hang de raveelbalken erin en spijker ze vast.
Fase 5
Snijd de dakbedekking 1cm rondom de opening los.
Fase 6
Smeer de onderkant van de plakplaat van de koepel dik in met bitumenpasta. Zet de koepel op zijn plek en schroef hem vast. Borstel de dakbedekking 25cm rond de koepel schoon met een staalborstel. Verwarm de oude dakbedekking kort voor met een gasbrander en laat hem weer afkoelen.
Fase 7
Snijd stroken dakbedekking op de juiste maat. Opgepast: breedte plakplaat + 25 cm. Smeer de bovenkant van de plakplaat en de dakbedekking in met bitumenpasta. Plak de stroken dakbedekking vast op de koepel en het dak. Druk ze aan met een houten plankje en een rubber hamer.
Fase 8
Snijd stroken dakbedekking op maat (breedte opstand + breedte plakrand + 7cm). Smeer de opstand en de eerder gelegde stroken dakbedekking in met bitumenpasta. Plak de stroken vast. Dek de dakbedekking weer af met het grind. Werk het dak aan de binnenkant af, bijvoorbeeld met gipsplaten. Vergeet ook de binnenkanten van de koepel niet. Bevestig een haak aan de muur waaraan u de stok om de koepel uit te zetten, kunt ophangen.
Mobiele pilaarkast
Fase 1
Stel het blad van de zaagtafel in op een hoek van 45 graden. Zaag de lange zijden van alle MDF stroken op een breedte van 10,7 cm. Doe dit in verstek.
Fase 2
Verbind de 32 middellange MDF stroken (40 cm) twee aan twee aan elkaar, houtlijm en kopspijkers. Gebruik de blokken vurenhout (69x69 mm) als steun.
Verbind de delen tot slot ook nog met een paar schroeven.
Fase 3
Bevestig op dezelfde manier de 8 korte (30cm) en de 8 lange stroken (198 cm) met elkaar. Deze laatste stroken zullen de staanders vormen.
Fase 4
Lijm en spijker aan de bovenzijde van de 4 staanders een blokje MDF.
Fase 5
Stel de 4 staanders samen: per staander 3x een middellang en 1x een kort hoekstuk.
Lijm en spijker de hoekstukken vast, beginnend vanaf de bovenkant van de staander (bij het blokje MDF).
Het korte hoekstuk (30 cm) komt samen met het blok vurenhout onderaan.
Gebruik steeds een reststukje MDF om de afstand (18 mm) tussen de hoekstukken te bepalen.
Fase 6
Zet 3 staanders rechtop, op een vlakke ondergrond. Schuif de legplanken één voor één in de uitsparingen.
Plaatse dan de 4e staander op zijn plaats en schroef de staanders aan de legplanken vast (voorboren en verzinken).
Fase 7
Bevestig de afwerklatten (5 cm) tegen de planken. (lijmen en schroeven
Fase 8
Ontvet de MDF met reinigingsdoekje speciaal voor MDF. Vul alle schroefgaten op met MDF-vuller. Als deze droog is, kan u het glad schuren.
Fase 9
Zet de kast in de MDF grondverf. Geef zeker de onderzijde van de legplanken ook en laag grondverf.
Na droging de kast licht opschuren en eventuele naden dichtkitten met behulp van acrylaatkit.
Fase 10
Schilder de kast in de gewenste kleur voorze minimaal 2 lagen. Tussen de lagen door licht jes opschuren.
Fase 11
Leg de kast voorzichtig op zijn rug. Schroef de zwenkwielen stevig aan de staanders vast.
Ontstoppen toilet